Test Hoofdstuk 13 Stikstofverbindingen

Welke naam is juist voor onderstaande verbinding?
1. 3-methylnitrobenzeen
2. p-methylnitrobenzeen
3. m-nitrotouleen
4. o-nitrotolueen
Welke naam is juist voor onderstaande verbinding?
1. propaannitril
2. aminopropaan
3. ethaannitril
4. cyanopropaan
In de reactie van propaannitril met waterstof is het eindproduct:
1. amino-ethaan
2. 1-aminopropaan
3. 2-aminopropaan
4. N-methyl-amino-ethaan
Wat is een 'secundair amine'?
1. 2 H-atomen op de N
2. 2 alkylgroepen op de N
3. De N zit aan een C met 2 alkylgroepen
4. N heeft 2 bindingen aan nog een N (dubbele binding)
Hoe luidt de naam van onderstaande verbinding?
1. N-methylethaanamine
2. methylethaanamine
3. aminopropaan
4. ethaanamide
Wat is de naam van onderstaande stof?
1. aminobutaanzuur
2. propaanamide
3. butaanamide
4. propylamide
Je laat een primair amine reageren met verdund salpeterigzuur (HNO₂).
Welk product ontstaat?
1. een nitrosoamine
2. een diazoniumion
3. stikstofgas
4. een azo kleurstof
Je laat een secundair amine reageren met verdund salpeterigzuur (HNO₂).
Welk product ontstaat?
1. stikstofgas
2. een azokleurstof
3. een diazoniumion
4. een nitrosoamine
Nitroalkanen lossen vrij goed op in een NaOH-oplossing. Hoe zou dat komen?
1. de nitrogroep wordt gereduceerd
2. een nitroalkaan is zwak zuur
3. er ontstaat een amide
4. de nitrogroep hydroleseert
Een alkaannitril wordt door verwarmen in een zure oplossing gemakkelijk omgezet tot een ...
1. amine
2. carbonzuur
3. alkanol
4. carbonylverbinding