Nog even de definities:
1 u = atomaire massa eenheid = 1/12 e deel van een C-12 atoom.
1 proton weegt: 1,673 x 10-24 gram of: 1,007 u
1 neutron weegt: 1,675 x 10-24 gram of: 1,009 u
1 elektron weegt: 0,00091 x 10-24 gram of: 0,00055 u
Het elektron weegt maar ongeveer 5/10000 e deel van een proton of neutron. De massa van het elektron telt bijna niet mee in de atoommassa. Dus bijna al de massa van een atoom zit in de kern. Deze kern is heel klein. In verhouding: zo klein als een knikker op de middenstip van een voetbalveld!
De atoommassa is ongeveer gelijk aan het massagetal. Het massagetal is de som van protonen en neutronen in de kern. De atoommassa is het getal dat je gebruikt bij chemische berekeningen. De atoommassa is het gemiddelde van de isotopen in het element. Bijna altijd heeft een element verschillende isotopen. Bijvoorbeeld broom bestaat uit ongeveer de helft uit isotopen met massagetal 79 en en de andere helft isotopen met massagetal 81. De atoommassa van het element wordt daardoor: 80 u (Nou ja:79,9) .
En verder...
hebben we nog een testje.