Test hoofdstuk 21

Met de formule: ρ = m/V berekenen we de:
1. molaire massa
2. molair gasvolume
3. analytische concentratie
4. dichtheid
Met deze formule: n = m/M bereken je de ...
1. hoeveelheid stof in mol
2. dichtheid
3. molaire massa
4. analytische concentratie
Het aantal moleculen van een stof bereken je uit n (hoeveelheid in mol). Je moet dan n ...
1. delen door N_A
2. delen door M
3. vermenigvuldigen met N_A
4. vermenigvuldigen met M
De hoeveelheid stof in mmol bereken je door de massa in mg te ...
1. delen door de molaire massa (M)
2. delen door N_A
3. vermenigvuldigen met de molaire massa (M)
4. vermenigvuldigen met N_A
Stel we laten 100 gram soda (Na₂CO₃.10H₂O) reageren met een overmaat zoutzuur. Er onstaat: NaCl, CO₂ en H₂O.
Hoeveel liter CO₂-gas (standaard omstandigheden) ontstaat hieruit?
1. 7,83
2. 15,7
3. 21,4
4. 42,4
Hoeveel gram CO₂ heeft hetzelfde volume als 1,00 L waterstof?
1. 22,0
2. 0,982
3. 1,96
4. 986
Butaan (butagas) verbrandt als volgt:

2 C₄H₁₀ + 13 O₂ ---> 8 CO₂ + 5 H₂O

Hoeveel liter lucht (18 %V/V zuurstof) is nodig om 10 L butaan te verbranden?
1. 65
2. 11,7
3. 36,1
4. 361
Bereken de dichtheid (g/mL) van stikstofgas (standaard omstandigheden).
1. 0,028 g/mL
2. 0,000625 g/mL
3. 0,00125 g/mL
4. 0,800 g/mL
Bereken de dichtheid (g/mL) van zuurstofgas (standaard omstandigheden).
1. 0,00143
2. 0,00071
3. 0,0032
4. 0,700
Het aantal deeltjes in een hoeveelheid zuivere stof kun je berekenen door de hoeveelheid in mol te ...
1. delen door de molaire massa
2. vermenigvuldigen met constante van Avogadro
3. delen door de constante van Avogadro
4. vermenigvuldigen met de molaire massa
Hoeveel mg NH₄Cl moet je afwegen en oplossen tot een eindvolume van 500 mL, om een oplossing te krijgen met: massaconcentratie (NH₃) = 100 mg/L?
1. 157,4 mg
2. 629,4 mg
3. 50 mg
4. 63,6 mg
Hoeveel gram weegt 100 liter stikstofgas (standaard omstandigheden)?
1. 100 g
2. 62,3 g
3. 6,27 g
4. 125 g
Je maakt 1000 mL van een oplossing met ρ(Na⁺) = 100 mg/L.

Hoeveel mg Na₂SO₄ moet je daarvoor afwegen en tot 1000 mL oplossen?
1. 309 mg
2. 259 mg
3. 50,0 mg
4. 1239 mg
Een wijnboer doet 3,50 g zwavel in een ton van 90,0 L. Hij verbrandt de zwavel terwijl het verbrandingsgas wordt opgenomen in de wijn.

Reacties: S + O₂ ---> SO₂ en: SO₂ + H₂O ---> H₂SO₃

Hoe groot wordt het sulfietgehalte in mg SO₃^2-/L in de 90,0 L wijn?
1. 99,6 mg/L
2. 8,75 mg/L
3. 38,9 mg/L
4. 97,2 mg/L
Waterstofgas kan in het laboratorium in kleine hoeveelheid bereid worden door stek zuur, bijvoorbeeld zoutzuur, te laten reageren met een onedel metaal. Bijvoorbeeld zink.

Reactie: Zn + 2 H₃O⁺ ---> Zn²⁺ + 2 H₂O + H₂(g)

Als we op deze wijze 10,0 L waterstofgas (standaard temp. en druk) willen maken, hoeveel gram zink is dan nodig?
1. 14,6 g
2. 29,2 g
3. 5,84 g
4. 146 g