Test hoofdstuk 17
Kies het juiste antwoord.
De oxidatiegetallen van waterstof en zuurstof (in verbindingen) zijn bijna altijd:
- 1 en 1
- 2 en 1
- 1 en 2
- 2 en 2
Welk deeltje wordt in deze reactie gereduceerd?
Br2 + Sn(OH)2 + 2 OH- --> 2 Br- + Sn(OH)4
- Sn2+
- Br2
- OH-
- Sn(OH)2
Hoe groot is het oxidatiegetal van zwavel in S4?
- +4
- -4
- 0
- -2
Waar moeten we nog elektronen bij plaatsen in de vergelijking:
SO32- + 3 H2O --> SO42- + 2 H3O+
- 1 aan de linker kant
- 1 aan de rechter kant
- 2 aan de linker kant
- 2 aan de rechter kant
Het oxidatiegetal van broom in HBrO is:
- +1
- -1
- +2
- -2
Welk deeltje wordt hier geoxideerd?
I2 + Fe ---> Fe2+ + 2 I-
- I2
- Fe2+
- Fe
- I-
Welke uitspraak over bijgaande reactie is juist?
NaCl(aq) + AgNO3(aq) ---> AgCl(s) + NaNO3(aq)
- redox, Ag+ is reductor
- redox, Ag+ is oxidator
- redox, Cl- is reductor
- geen redox
De verdringing van halogenen verloopt in de volgorde:
- Cl, Br, F, I
- Br, F, Cl, I
- F, Cl, Br, I
- I, Cl, F, Br
In de spanningsreeks van metalen staan de volgende metalen het verst bij elkaar vandaan:
- Cu en Ag
- Ca en Ag
- Zn en Fe
- Au en Pt
In een lithiumbatterij loopt de reactie: Li ---> Li+ + e
Hoeveel mg Li moet de batterij ten minste bevatten om 10 mmol elektronen te leveren?
- 69,4
- 10
- 0,694
- 1,44
Bij elektrolyse van KBr in een waterige oplossing, verloopt de volgende brutoreactie:
2 KBr + 2 H2O ---> 2 KOH + H2 + Br2
Welke reactie treedt op aan de + pool?
- 2 Br- ---> Br2 + 2 e
- K+ + e ---> K
- 2 H2O + 2 e ---> H2 + 2 OH-
- Br2 + 2 e ----> 2 Br-
Bij elektrolyse van KBr in een waterige oplossing, verloopt de volgende brutoreactie:
2 KBr + 2 H2O ---> 2 KOH + H2 + Br2
Welke reactie treedt op aan de - pool?
- 2 Br- ---> Br2 + 2 e
- K+ + e ---> K
- 2 H2O + 2 e ---> H2 + 2 OH-
- Br2 + 2 e ----> 2 Br-
Je stuurt bij elektrolyse van water 500 mmol elektronen door het water.
Hoeveel gram zuurstof ontstaat hierdoor?
- 16,0 g
- 2,0 g
- 4,0 g
- 8,0 g
Gegeven de onderstaande reactie.
(NH4)2SO4(aq) + 2 NaOH(aq) ---> Na2SO4(aq) + 2 NH3(aq) + 2 H2O
Welke uitspraak is juist?
- redoxreactie, NH4+ is oxidator
- geen redox maar zuur/base-reactie
- redoxreactie, NH4+ is reductor
- geen redox maar neerslag-reactie