Kruiswoord hoofdstuk 14
Kruiswoordraadsel
Klik op een cijfer voor de omschrijving.
Horizontaal |
1. | Ionen in oplossing vormen langzaam een zout. | 2. | Een zout maken door het water te laten verdampen. | 5. | Electrolyt bestaande uit metaalionen en zuurrestionen. | 6. | Algemene naam voor dubbelzouten met 1-waardige en 3-waardige ionen. | 10. | Kristalwater verliezen. | 12. | Zeg je van een elektrolyt die volledig in ionen splitst. | 13. | Stof die in water in ionen splitst. | 14. | Stof met OH-ionen in de formule. |
|
Verticaal |
1. | H2O ingebouwd in het zoutkristal. | 3. | Deeltjes waar zouten uit zijn opgebouwd. | 4. | Zout met H+ in de formule. | 7. | Rangschikking van positieve en negatieve ionen. | 8. | Zeg je van een elektrolyt die maar weinig in ionen splitst. | 9. | Zout met meer dan één soort metaalion in de formule. | 10. | Water aantrekken door hygroscopisch zout. | 11. | Onoplosbaar zout dat ontstaat. |
|