Kruiswoord hoofdstuk 12

Klik op een cijfer voor de omschrijving.

								1						2
				3
4		5

6														7

								8									9
			10
		11
				12

13						14					15
											16

						17

	18												19
									20

				21								22

Horizontaal
3.	Watermolecuul dat proton heeft opgenomen.
6.	Je voegt base bij een zure oplossing tot pH = 7.
7.	Zuren die weinig H+ afstaan noemen we: ....
8.	Oplossing van waterstofchloride in water.
10.	Bij één pH-stap verandert de H3O+ concentratie met een factor .....
12.	Officiële naam van azijnzuur.
13.	Oplossing van NaOH in water.
16.	Oplossing van ammoniak in water.
17.	Dit gas geeft met water ammonia.
18.	De som van pH en pOH.
20.	Positief deeltje in atoomkern.
21.	Zo noemen we een zuur dat al zijn protonen aan het water geeft.
22.	Stof die protonen opneemt.

Verticaal
1.	-log[OH-]
2.	Geeft prik in de limonade.
3.	Blijft over als je een proton van een watermolecuul afhaalt.
4.	Deeltje met lading.
5.	Kan een proton afstaan.
9.	pH = 7
11.	Reactie waarbij een H+ verhuist van het zuur naar de base.
14.	pH is de negatieve ....... van de hydroniumionenconcentratie.
15.	Oplossing van KOH in water.
19.	Alledaagse naam voor natriumcarbonaat.
20.	-log[H+]